Trombosedienst
Wat is trombose
Jouw arts heeft jou antistollingsmiddelen (Acenocoumarol of Fenprocoumon/ Marcoumar) voorgeschreven. Deze medicijnen worden voorgeschreven ter voorkoming of ter behandeling van trombose in de aders, slagaders of hart. Maar wanneer is er sprake van trombose?
Trombose
Ons systeem van bloedstolling is bedoeld om overmatig bloedverlies bij verwondingen te voorkomen. Als het systeem in werking treedt zonder dat er sprake is van een bloeding, dan ontstaat in het bloedvat (ader of slagader) een bloedstolsel. Dit bloedstolsel wordt trombose genoemd. Door trombose kan het bloedvat geheel of gedeeltelijk worden afgesloten. Kort samengevat, trombose ontstaat als bloedstolling op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats plaatsvindt.
Trombose kan ontstaan als de bloedvaten aan de binnenkant niet glad meer zijn (zoals bij slagaderverkalking), er sprake is van een onregelmatige bloedstroom (zoals bij hartritmestoornissen, langdurige bedrust of na een operatie) en/of een veranderende samenstelling van het bloed (bijvoorbeeld bij mensen die een tekort aan remmers van de bloedstolling hebben). Mensen met een geïmplanteerde kunstklep hebben ook een verhoogd risico op vorming van bloedstolsels. Vaak zijn er meerdere risicofactoren aanwezig die ervoor zorgen dat ergens in het lichaam trombose ontstaat.
Embolie
Wanneer (een stukje van) een stolsel van de vaatwand losraakt, wordt meegevoerd met de bloedstroom en vastloopt in een ader of een slagader is er sprake van een embolie. Voorbeelden zijn een longembolie en een herseninfarct (beroerte).
Meer informatie over de oorzaken en gevolgen van trombose en de bijkomende ziektebeelden kun je vinden in de folder ‘Informatie voor mensen die antistollingsmiddelen gebruiken’ van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten en de Trombosestichting Nederland.
Antistollingsmiddelen
Het opruimen van de trombose doet het lichaam grotendeels zelf. Om te zorgen dat het stolsel niet verder groeit en om herhaling te voorkomen zijn antistollingsmiddelen nodig. Antistollingsmiddelen verminderen de mogelijkheden van het bloed om te stollen en kunnen helpen om de kans op de vorming van een bloedstolsel te verminderen.
Regelmatige bloedcontrole
Het is belangrijk dat het stollingsremmend effect van de antistollingsmiddelen in jouw bloed niet te groot is (want dan heb je risico op bloedingen), maar ook niet te klein (vanwege het risico op een trombose). Daarom is regelmatige controle van jouw bloed noodzakelijk. Deze controle wordt verzorgd door de trombosedienst.
Wat doet de trombosedienst
Meting INR door bloedafname
De trombosedienst draagt zorg voor de antistollingsbehandeling. Voor de antistollingsbehandeling is het noodzakelijk dat er regelmatig bloed wordt afgenomen voor onderzoek. Bij dit onderzoek kijkt de trombosedienst naar het stollingsremmend effect van de antistollingsmiddelen die je inneemt. Het resultaat van het antistollingsonderzoek wordt uitgedrukt in INR (International Normalized Ratio) en geeft de mate van antistolling aan. De INR moet binnen een bepaalde therapeutische range liggen, afhankelijk van de indicatie waarvoor je antistollingsmiddelen gebruikt. Op jouw doseringskalender, die je van de trombosedienst ontvangt, vind je achter jouw uitslag de therapeutische range die op jou van toepassing is.
Vaststellen dosering
Aan de hand van de uitslag (de INR) wordt de dosering van jouw antistollingsmiddel bepaald. Het aantal tabletten dat moet worden ingenomen, wordt per persoon en heel nauwkeurig vastgesteld. Op de dag van bloedafname, nadat de uitslag bekend is, kan de dosering veranderen. Dit komt doordat bij de controle is gebleken dat het antistollingseffect van jouw bloed te groot is, of juist te klein. Dit betekent niet dat het beter of slechter met jou gaat! De werking van antstollingsmiddelen kan veranderen door bijvoorbeeld effecten van andere medicijnen en ziekte. Soms is er echter geen aanwijsbare reden voor een afwijking in de uitslag.
Informatie over mogelijke invloeden op de antistollingsmiddelen kun je vinden in de folder ‘Informatie voor mensen die antistollingsmiddelen gebruiken’ van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten en de Trombosestichting Nederland.
Medische ingrepen
Meld minimaal 1 week van tevoren als je een (poli)klinische ingreep of een cardioversie moet ondergaan, of als je tanden en/of kiezen moet laten trekken.
Doseringskalender
De dag na bloedafname ontvang je per post een gele doseringskalender. Hierop staat vermeld hoeveel tabletten je per dag moet innemen voor een bepaalde periode. Tevens staat op deze doseringskalender jouw volgende controledatum vermeld. Gooi de oude doseringskalender direct weg zodra je de nieuwe doseringskalender hebt ontvangen, dit om verwarring te voorkomen! Neem bij jouw volgende bloedafname de doseringskalender mee en vul de achterzijde hiervan in.
Het is belangrijk dat je de antistollingsmiddelen altijd inneemt volgens de laatste doseringskalender en op een vast tijdstip na 17.00 uur!
Ben je de doseringskalender kwijt en weet je jouw dosering niet meer? Neem dan contact op met de trombosedienst voor een nieuwe doseringskalender.
Bereikbaarheid
Zorg dat je op de dag van controle telefonisch bereikbaar bent tussen 15.00-16.30 uur. Geef eventueel een mobiel telefoonnummer of een tweede telefoonnummer door. Als de dosering de dag van bloedafname wijzigt of als je geen dosering meer hebt, neemt de trombosedienst telefonisch contact met jou op om de nieuwe dosering door te geven.
Digitaal logboek
Als je over internet beschikt en een e-mailadres heeft, is er de mogelijkheid om via een digitaal logboek jouw dossier in te zien. Je wordt dan niet gebeld op de dag van controle. In het digitaal logboek kun je jouw uitslagen en doseringen vinden. Je blijft echter wel een doseringskalender ontvangen per post. Neem contact op met de trombosedienst voor meer informatie over het digitaal logboek.
Waar en wanneer kun je bloed laten afnemen
Je kunt bloed laten afnemen op de bloedafnamelocatie van het Anna Ziekenhuis op werkdagen tussen 7.30 en 12.00 uur (route 6) of op een externe bloedafnamelocatie bij jou in de buurt. De plaats waar jij je laat prikken wordt altijd in overleg met jou bepaald. Actuele openingstijden van de bloedafnamelocaties vind je op de website www.annaziekenhuis.nl bij ‘bloedafname’.
Bij een medische indicatie bestaat de mogelijkheid dat de trombosedienst bij jou aan huis komt prikken. In dit geval dient de (huis)arts de noodzaak van het thuis prikken aan de trombosedienst door te geven.
Belangrijk
Afspraak bloedafname
Jouw controle uitslagen worden altijd dezelfde dag beoordeeld door de trombosedienst. Daarom is het van groot belang dat jij je houdt aan de controleafspraak zoals vermeld op jouw doseringskalender. Neem contact op met de trombosedienst als je verhinderd bent voor het maken van een nieuwe controleafspraak.
Zelfmeting
Onder bepaalde voorwaarden kun je gebruik maken van het zelfmanagement. Met een zelfmeetapparaat dat je in bruikleen krijgt van de trombosedienst kun je zelf de INR bepalen door middel van een vingerprik en indien gewenst leer je zelf te doseren.
De kosten worden verrekend met jouw eigen risico. Wij raden je aan vooraf bij jouw zorgverzekeraar te informeren naar eventuele voorwaarden.
Meer informatie over zelfmeten vind je in de folder ‘Ik meet zelf’ van de firma Roche. Deze informatie is ook terug te vinden op onze website.
Wat te doen als je minder of meer tabletten hebt ingenomen
- Als je vergeten bent jouw tabletten in te nemen, ga dan de volgende dag gewoon verder met jouw schema. Meld de volgende dag bij de trombosedienst dat je vergeten bent in te nemen. Neem de vergeten tabletten NIET de volgende dag extra in. Dat kan bloedingen veroorzaken.
- Als je teveel tabletten heeft ingenomen, ga dan de volgende dag gewoon verder met jouw schema. Meld de volgende dag bij de trombosedienst hoeveel je teveel hebt ingenomen.
Welke complicaties kunnen voorkomen
Door het gebruik van antistollingsmiddelen stolt jouw bloed minder snel bij verwondingen. Je bent daardoor gevoeliger voor het ontstaan van bloedingen, zoals een bloedneus en blauwe plekken.
Heb je grote, spontane blauwe plekken of een bloedneus langer dan dertig minuten? Meld dit dan aan de trombosedienst, telefonisch of door de achterkant van de doseringskalender in te vullen.
Neem contact op met jouw huisarts en daarna met de trombosedienst als er sprake is van een bloeding (bijvoorbeeld als je last hebt van felrode urine, rooddoorlopen ogen of als je bloed ophoest).
Wat te doen als je op vakantie gaat
Informeer jouw trombosedienst tijdig als je op vakantie gaat. Dit kun je invullen op de achterkant van jouw doseringskalender en afgeven aan de laborante als je geprikt wordt of geef jouw vakantie telefonisch of per mail door. Je krijgt dan enkele dagen voor vertrek een vakantiebrief toegestuurd in de taal van het land waar je heen gaat.
Neem deze brief altijd mee naar jouw vakantieadres.
Belangrijke informatie
De Trombosedienst Geldrop is op werkdagen telefonisch bereikbaar tussen 8.30-16.30 uur via telefoonnummer 040 - 286 40 60. Uitsluitend voor spoedgevallen zijn wij ook buiten kantooruren bereikbaar.
- Neem jouw antistollingsmiddelen altijd in volgens de laatste doseringskalender en op een vast tijdstip na 17.00 u. Kruis direct na inname de dosis door op de kalender. Zo voorkom je vergissingen.
- Houd je altijd aan de controleafspraak met de trombosedienst en neem contact op als je verhinderd bent.
- Neem contact op met de trombosedienst bij hoge koorts, langdurig braken en/of diarree, bloedneus langer dan dertig minuten of bij spontane grote blauwe plekken.
- Meld minimaal 1 week van tevoren als je een (poli)klinische ingreep moet ondergaan, of als je tanden en/of kiezen moet laten trekken.
- Waarschuw de trombosedienst en de huisarts bij ongevallen en bloedingen.
- Geef de trombosedienst elke medicijnwijziging door (start- en stopdatum), ook van zelfgekochte medicijnen, uiterlijk op de volgende werkdag, tenzij de apotheek aangeeft dat dit door hen verzorgd wordt.
- Neem geen aspirine of soortgelijke pijnstillers. Paracetamol mag je wel gebruiken.
- Waarschuw de trombosedienst wanneer je in een ziekenhuis wordt opgenomen. Informeer bij ontslag of je opnieuw bent aangemeld bij de trombosedienst.
- Eet gevarieerd en beperk jouw alcoholconsumptie tot maximaal 1 of 2 consumpties per dag.
- Informeer jouw trombosedienst tijdig als je op vakantie gaat.
- Informeer de trombosedienst als je van jouw behandelend arts mag stoppen met de antistollingsmiddelen.
- Als je in verwachting bent of in verwachting wilt raken, geef dan aan de verloskundige of gynaecoloog door dat je onder behandeling bent van de trombosedienst.
- Je mag gerust zwemmen en gaan sporten. Duiken uitgesloten. Het is echter verstandig om blessuregevoelige sporten te vermijden. Wees extra alert bij stoot– en valpartijen, vooral indien deze gepaard gaan met hoofdletsel. Tevens wordt saunabezoek afgeraden in de eerste twee maanden na het begin van jouw antistollingsbehandeling en/of trombose. Na deze periode zijn geen schadelijke effecten bekend van saunabezoek.
ZORG DAT JE OP DE DAG VAN CONTROLE TELEFONISCH BEREIKBAAR BENT TUSSEN 15.00 EN 16.30 UUR!
Heb je nog vragen?
Uitgebreide informatie vind je ook in de folder ‘Informatie voor mensen die antistollingsmiddelen gebruiken’ van de Trombosestichting Nederland.
Voor vragen kun je terecht bij de Trombosedienst Geldrop van het Anna Ziekenhuis op werkdagen van 8.30 uur tot 16.30 uur telefoonnummer 040 - 286 40 60.
Kijk ook op:
www.trombosestichting.nl
www.fnt.nl
www.annaziekenhuis.nl
Privacy
In verband met jouw behandeling legt de trombosedienst medische en administratieve gegevens van jou vast. De trombosedienst gaat uiterst zorgvuldig met jouw gegevens om. Alleen behandelend artsen en medewerkers van de trombosedienst hebben inzage in jouw gegevens. Voor deze medewerkers geldt uiteraard een geheimhoudingsplicht.
Op alle locaties streven wij ernaar om bij bloedafname jouw privacy zoveel mogelijk te waarborgen. Mocht de privacy die wij jou bieden niet aan jouw wensen voldoen, dan kun je terecht op onze hoofdlocatie, de poli bloedafname van het Anna Ziekenhuis (route 6). Als jij je meldt, geef dan aan dat je meer privacy wenst. Jouw bloedafname zal dan plaats vinden in een eigen cabine.
Doorgeven medische gegevens aan derden
De trombosedienst verstrekt alleen gegevens aan andere zorgpartners als dat nodig is voor een goede zorgverlening, bijvoorbeeld aan jouw huisarts of tandarts, specialist/behandelaar, apotheek of andere zorgverleners.
Voor het uitwisselen van medische gegevens heeft de trombosedienst jouw toestemming nodig. Bij inschrijving in de trombosedienst krijg je hiervoor een toestemmingsformulier. Dit formulier graag ingevuld naar de trombosedienst retour sturen.
Heb je een klacht?
Als je niet tevreden bent over jouw behandeling bij de Trombosedienst Geldrop, kun je schriftelijk een klacht indienen. Hiervoor liggen klachtenformulieren op de bloedafnamelocatie in het Anna Ziekenhuis en op de externe bloedafnamelocaties. Ook via onze website kun je digitaal een klacht indienen: www.annaziekenhuis.nl/klacht.