“Goede palliatieve zorg begint bij een open gesprek”

In de laatste fase van iemands leven draait het niet alleen om medische zorg, maar ook om welzijn. Wat wil iemand nog wél en wat liever niet meer? Voor verpleegkundige Marly van de Mortel is dat de kern van goede palliatieve zorg. Ze coacht collega’s in het voeren van dit soort gesprekken. “Vraag jezelf soms af: doe ik dit omdat ik het gewend ben of omdat het waardevol is voor de bewoner?” 

Als lid van het verpleegkundig én het palliatieve team van Anna Ouderenzorg werkt Marly op alle locaties. “Voor mij betekent palliatieve zorg dat je mensen ondersteunt in de laatste fase van hun leven. Dan heb ik het niet alleen over hun laatste dagen of weken. Deze fase begint al als iemand niet meer beter wordt of niet meer thuis kan wonen.” Marly wil dat bewoners die levensfase doorlopen zoals zij dat zelf graag willen. “Maar niet iedereen denkt daarover na of geeft uit zichzelf zijn of haar wensen aan, zeker de huidige generatie bewoners niet. Daarom is het belangrijk dat we er als zorgverleners naar vragen. En dat we in gesprek blijven, want wensen kunnen veranderen.”

Veiligheid kan hand in hand gaan met meer eigen regie

Volgens Marly vraagt het om een andere aanpak. “Minder: we doen het altijd al zo. En meer: wat wil de bewoner? Nu zetten we veiligheid en het medische aspect voorop. Maar dat kan hand in hand gaan met meer eigen regie voor de bewoner. Soms wordt iemand na een val in een rolstoel gezet, maar als diegene veel bewegingsdrang heeft, voelt dat beklemmend. Heb het daar dus over met de bewoner.” Zulke gesprekken zijn al helemaal belangrijk in de stervensfase, vindt Marly. “Als je de wensen van de bewoner vooropzet, geef je diegene een waardig afscheid. In deze fase wordt ook heel erg duidelijk dat iedereen anders is. Vaak komen zaken van vroeger naar boven, zoals trauma’s of hoe familiebanden in elkaar steken. Het is heel bijzonder om dat van dichtbij mee te maken.” 

Een open gesprek begint met een kleine stap

Een van de bewoners die Marly erg is bijgebleven, had een duidelijke wens in haar stervensfase. “Zij wilde niet met een tillift in of uit bed geholpen worden. Dáár lag voor haar de grens. Toen dat eraan zat te komen, was euthanasie geen optie. Ze besloot te stoppen met eten en drinken. Dat is een heel intensief traject voor deze vrouw, haar naasten én het zorgteam. Maar doordat ze zo berust was in het feit dat ze zou overlijden, kon haar familie nog van de tijd met haar genieten. Dat laat wel zien hoe belangrijk het opvolgen van iemands wensen is. Het zorgteam heeft dan ook veel gesprekken gevoerd met de familie, de arts en met elkaar om dit op een goede manier te laten verlopen.” Marly begrijpt ook dat praten over iemands stervensfase lastig kan zijn. In haar dagelijks werk en tijdens trainingen coacht ze andere zorgverleners op dat gebied. “De eerste stap zetten, vinden veel collega’s lastig. Ik geef tips hoe je dat subtiel kunt doen, zodat er een open gesprek ontstaat. Die gesprekken voeren we, als het aan mij ligt, met z’n allen: artsen, verzorgenden, verpleegkundigen, huiskamerassistenten én facilitair medewerkers. Want zij komen allemaal heel dicht bij de bewoner.”