In overleg met jouw arts wordt bij jou een suprapubische blaaskatheter ingebracht. Het doel is om permanent de urine-afvoer uit de blaas te waarborgen op een voor jou acceptabele wijze.

De meest voorkomende reden om over te gaan tot het plaatsen van een suprapubische katheter is een blaasontledigingsstoornis (dat wil zeggen het onvermogen om de urine op natuurlijke wijze te lozen) of incontinentie (dat wil zeggen ongewild urineverlies). Een andere behandeling kan zijn het plaatsen van de katheter rechtstreeks via de plasbuis in de blaas.

In het algemeen geldt dat de suprapubische verblijfskatheter een speciale verzorging vereist. Meestal kan deze verzorging goed geleverd worden door jou zelf en anders door een deskundige (wijk)verpleegkundige.

Hier lees je meer over de ingreep en hoe je moet omgaan met de katheter.

 

Voorbereiding

  • De ingreep vindt onder steriele omstandigheden plaats om infectie te voorkomen. Als dit nodig is wordt een klein stukje onderbuik geschoren.
  • Je hoeft voor de ingreep niet nuchter te zijn.
  • Het is wel van belang dat de blaas vol is. Daarom wordt jou verzocht ’s ochtends veel te drinken en 2 uur voorafgaande aan het onderzoek niet te plassen.
  • Wanneer je bloedverdunnende middelen gebruikt zal deze medicatie in overleg met jouw behandelend arts mogelijk gestaakt worden.

De ingreep

De ingreep gebeurt meestal poliklinisch onder plaatselijke verdoving. Na desinfectie van de buikwandhuid wordt de huid verdoofd door een injectie. Dan wordt met een dikkere naald de blaas aangeprikt. Dit kan een drukkend gevoel geven. Na het verwijderen van de naald blijft de katheter in de blaas achter. De ballon van de katheter wordt opgeblazen, zodat de katheter niet uit de blaas kan. Het wondje bij de suprapubische katheter wordt bedekt met een steriel gaasje. De ingreep duurt ongeveer 15 minuten. Na de ingreep kun je meestal meteen weer naar huis. Geadviseerd wordt voor begeleiding en vervoer zorg te dragen.

Complicaties na de ingreep

Hierna beschreven complicaties zijn zeldzaam.

  • Bloedverlies uit de blaas ten gevolge van de punctie. Als dit gebeurt, is het noodzakelijk de blaas goed te spoelen. Het bloedverlies kan van 1 dag tot enkele dagen voortduren. Het is belangrijk om extra te drinken en vaker de urinezak te ledigen, zolang je een katheter hebt. Er kan altijd opnieuw wat bloedverlies optreden zolang je een katheter hebt. 
  • Schade aan de omliggende weefsels zoals een bloedvat of darmlis. Het risico wordt kleiner als de blaas goed gevuld kan worden voor de punctie.

Omgaan met de katheter

  • De insteekopening van de katheter moet elke dag goed schoon gemaakt worden onder de douche of met een vochtig doekje.
  • Na enige tijd zou het gaasje niet meer nodig hoeven te zijn na het schoonmaken, mocht u dit echter toch willen is dit geen probleem. Je kunt de katheter ook nog extra aan de huid vastmaken door middel van een pleister, zodat de katheter goed op zijn plaats blijft zitten.
  • Het is normaal dat een rode plek rondom de insteekopening ontstaat. Ook een beetje afscheiding is normaal. Je kunt de insteekopening het beste schoon houden onder de douche.
  • Douchen en baden met de katheter is geen bezwaar, zorg wel voor een goede hygiëne.
  • Vaak wordt aan het uiteinde van de katheter een kraantje gezet. Dit moet je elke keer als je aandrang voelt of in ieder geval elke 4 uur openzetten. Op deze manier wordt de blaasfunctie behouden.
  • Draag je overdag een beenzakje dat door middel van bandages met klittenband aan jouw bovenbeen vastgemaakt wordt, dan zit aan de onderzijde van het beenzakje een kraantje. Om de opvangzak te legen open je het kraantje en laat je de urine in het toilet wegvloeien. Wacht niet met het leegmaken van de beenzak totdat deze volledig vol is. Vergeet het kraantje niet dicht te zetten nadat je de beenzak hebt leeggemaakt. De opvangzakken kun je 7 dagen gebruiken. Indien de opvangzak beschadigd raakt, moeilijk leeg te maken is of onaangenaam om te dragen wordt, kun je deze eerder vervangen. De opvangzak kun je na gebruik doorspoelen met kraanwater en de volgende dag of nacht weer gebruiken.
  • Voor de nacht kun je eventueel de nachtzak koppelen aan het rubberen uiteinde van het kraantje van de beenzak. De nachtzak kun je doormiddel van de bedbeugel aan de zijkant van het bed laten afhangen. Indien gewenst mag je de nachtzak ook rechtstreeks aan de katheter koppelen.
  • Let op dat je het kraantje open zet zodra de nachtzak is aangesloten. De zakken zijn één week te gebruiken en moeten daarna vervangen worden door een nieuwe zak.
  • Als je nog spontaan kunt plassen, moet je residu’s meten. Dit is de hoeveelheid urine die achterblijft in de blaas, nadat je spontaan geplast hebt. Je meet dit in een maatbeker.

Wat moet je nog meer weten

  1. Zorg dat je elke dag minstens 1,5 liter drinkt, dit om slijm/gruis vorming te voorkomen.
  2. Elke 2 à 3 maanden moet de katheter onder steriele omstandigheden vervangen worden. Dit gebeurt op de poli of het wordt bij jou thuis gedaan door een (wijk) verpleegkundige.

Complicaties op de lange termijn

Lekkage van de katheter
Sommige patiënten met een katheter kunnen urine verliezen via de natuurlijke weg of langs de katheter. De oorzaak hiervan kan zijn dat er een knik in de afvoerende slang zit van het beenzakje/nachtzak. Het kan ook voorkomen dat blaaskrampen een rol spelen, ten gevolg van een infectie of irritatie door de katheterballon. Dit kan eventueel met medicijnen behandeld worden.

Verstopping van de katheter
Als de katheter niet meer afloopt, moet deze gespoeld te worden met steriel water of NaCl 0,9% (fysiologisch zout). Dit zal op de polikliniek of thuis door een (wijk) verpleegkundige gedaan worden. Wanneer dit niet helpt, moet de katheter vervangen worden.

Uitvallen van de katheter
Wanneer de katheter is uitgevallen dient er zo snel mogelijk een nieuwe katheter ingebracht te worden. Dit moet zeker binnen twee uur gebeuren. Het gaatje in de buik en blaas sluit zich namelijk erg snel. Bel dus snel naar de poli urologie of kom na 17:00 uur naar de Spoedeisende Hulp. Je kunt ook hulp vragen aan de (wijk)verpleegkundige van de thuiszorg als deze normaliter ook bij jou komt.

Blaasontsteking

Met een suprapubische katheter is de kans op een blaasontsteking groot. Het is daarom van belang dat er een goede doorstroming van urine is. Daarom is het van belang dat je:

  • De opvangzak regelmatig leegt in het toilet en niet wacht tot de zak overvol zit.
  • Zorgt dat de opvangzak lager hangt dan de blaas indien je loopt, zit of ligt. 
  • Een ruime hoeveelheid drinkt, minimaal 2 liter (12 tot 14 glazen) per dag, om te zorgen dat er veel urine wordt geproduceerd. 

Je hoeft alleen bij klachten (koorts en ziek zijn) een blaasontsteking te behandelen en bij voorkeur de urine in het ziekenhuis laten nakijken.

Wanneer de katheterzak niet doorloopt kun je nagaan of:

  • de katheter knikken vertoont die de afvloed verhinderen.
  • de opvangzak zich onder het niveau van de blaas bevindt.
  • de opvangzak goed aan het uiteinde van de katheter is aangesloten.
  • je voldoende gedronken hebt.

Om de werking van de blaas te bevorderen kun je gaan wandelen, hierdoor kunnen eventuele verstoppingen verdwijnen.

Wanneer hulp inroepen?

  • Bij aanhoudende pijn.
  • Gedurende 2-3 uur geen urinelozing en je de punten bij 'wanneer de katheterzak niet doorloopt; bent nagegaan.
  • Blijvende urinelekkage langs de katheter.
  • Bij koorts hoger dan 38,5 graden

Bij vragen of problemen kun je contact opnemen met:

Op werkdagen van 8.30-17.00 uur: polikliniek urologie, telefoon: 040-2864865.
Na 17.00 uur of in het weekend: spoedeisende hulp (SEH), telefoon: 040-2864834.