Pijnstilling na een heup-, knie-, of schouderprothese

Inleiding

Goede pijnstilling in combinatie met het mobiliseren (bewegen) van het gewricht is belangrijk voor een vlot herstel. Hier vind je informatie over wanneer jij welke pijnstillers kan innemen.

Een recept voor pijnstilling ligt voor jou klaar bij de AnnaApotheek

Wanneer je naar huis gaat kan het zijn dat je medicijnen en/of verbandartikelen voorgeschreven krijgt. In sommige gevallen worden deze niet vergoed. Je hebt dan de mogelijkheid om te pinnen of te betalen per automatische incasso. Voor een automatische incasso heb je jouw IBAN gegevens nodig.

Op het recept staat welke medicatie je kunt/mag gebruiken

De medicatie die je mee naar huis hebt gekregen, is voorgeschreven door de arts op basis van de te verwachten pijn na de operatie. Vaak dient een combinatie van pijnstillers gebruikt te worden om voldoende pijnstillend effect te bereiken.

Hoe schat je de hoeveelheid pijn na de operatie in?

Wanneer en welke pijnstillers ingenomen dienen te worden, hangt af van jouw hoeveelheid pijn. De hoeveelheid pijn is vrij eenvoudig te waarderen door er een cijfer aan te geven tussen 0 en 10 (zie het score-plaatje hieronder).

Score 0 wil zeggen dat je geen pijn ervaart, 10 betekent de ergste pijn die je je kan voorstellen. De hoeveelheid pijn die je ervaart op basis van deze pijnscore is bepalend voor de hoeveelheid pijnstillers die je nodig zal hebben. Met behulp van de meegekregen pijnstillers streven we ernaar om jouw pijn te verminderen tot een acceptabel niveau. Acceptabele pijn komt in principe overeen met een pijnscore tussen 0 en 4. 

Hoe gebruik je de ontvangen pijnstillers?

Het advies is om te starten met de basis pijnstiller paracetamol (groep A). Als dit onvoldoende pijnstillend effect heeft, combineer je de paracetamol met de ontstekingsremmer (groep B). Als deze combinatie ook onvoldoende pijnstillend effect heeft, combineer je beide middelen (groep A en B) met nog een derde krachtige pijnstiller (groep C). Wanneer de pijnscore in de dagen na de operatie  minder wordt, is het advies om eerst te stoppen met de krachtige pijnstiller (groep C). Bij nog verdere afname van de pijnscore wordt vervolgens de ontstekingsremmer (groep B) gestopt. Tenslotte kan, als de pijnscore het toelaat, ook gestopt worden met de basis pijnstiller paracetamol (groep A).

Het kan zijn dat in jouw specifieke geval bepaalde pijnstillers niet zijn voorgeschreven. Dit omdat deze niet geschikt zijn voor jouw lichaam.

Ter voorkoming van bijwerkingen van bepaalde pijnstillers (zie ook in de bijsluiter) wordt in sommige gevallen nog een geneesmiddel extra voorgeschreven. Bij de ontstekingsremmer (groep B) kan geadviseerd worden om de maagbeschermer pantoprazol te gebruiken. Bij het gebruik van oxycodon (groep C) wordt door ons macrogol/elektrolyten voorgeschreven voor een goede stoelgang. De apotheekassistenten leggen je dit uit.

Je mag de aangekruiste medicijnen combineren, maximaal 1 pijnstiller uit elke groep (A, B, C).
De genoemde tijden zijn adviestijden. Je kunt hiervan afwijken op voorwaarde dat je de inname over de dag verdeelt.

Laatste gift groep A: ……………… uur, laatste gift groep B: ……………… uur, laatste gift groep C: ……………… uur

De eerste week:

GROEP A: Basispijnstiller = paracetamol

GROEP B: Ontstekingsremmer en pijnstiller, met al dan niet een maagbeschermer

GROEP C: Krachtige pijnstiller, met al dan niet een medicijn voor de stoelgang 

De tweede week:

GROEP A: Basispijnstiller = paracetamol

GROEP B: Ontstekingsremmer en pijnstiller, met al dan niet een maagbeschermer